Manu Jacobs is acteur, regisseur, productieleider, producent, freelance acteur, begeleider-pianist en sinds kort ook arrangeur. Door de coronacrisis heeft hij al meer dan 10 producties in het water zien vallen. Sommige zijn verschoven, anderen werden geannuleerd. Hij zegt zelf dat hij niet al te hard mag klagen, omdat hij ook andere beroepen heeft waar hij op terug kan vallen. Maar dat is niet hetzelfde: het is niet zijn “stiel”, niet iets waarvoor hij zich dag en nacht in het zweet zou willen werken. Dit heeft hij voor theater wel meermaals gedaan. Hij hoopt het ook nog heel lang te kunnen doen. Corona maakt het hem echter niet gemakkelijk. We laten hem aan het woord:
Spanning en ontspanning
Ik heb het gevoel dat we op dit moment maar heel weinig zelf kunnen doen. De cultuursector is afhankelijk van de adviezen die de wetenschappers geven en de maatregelen die de overheid neemt. Maar dit wil natuurlijk niet zeggen dat we de verantwoordelijkheid van ons af kunnen schuiven. We gaan ons publiek uiteindelijk zelf terug bij ons in het theater moeten krijgen. Wij gaan hen opnieuw vertrouwen moeten geven. Het publiek heeft zes maanden lang te horen gekregen hoe onveilig het is om naar het theater te gaan. Het gaat niet gemakkelijk zijn om hen terug in onze zalen te krijgen.
Ik neem uiteraard niemand iets kwalijk. Als ik zelf niet in de cultuursector zou hebben gezeten, had ik misschien ook wel wat langer afgewacht. Ik zit ook nog niet terug in de cinemazalen, al heb ik daar wel zin in. Dat mensen niet komen opdagen, wil niet zeggen dat ze niet geïnteresseerd zijn. Er zijn gewoon te veel drempels. Als er nu iets is waar de cultuursector op gebaseerd is, dan is het wel vrij zijn van remmingen. Je wilt dat mensen kunnen ontspannen als ze naar het theater komen kijken. Als mensen zich niet veilig voelen in de zaal, dan creëer je net spanning. Dat is niet waar wij voor staan.
Essentieel beroep?
Ik heb veel collega’s die vinden dat acteur een essentieel beroepen zouden moeten worden. Ik ben het daar niet mee eens. De hongersnood in Nigeria ga je niet oplossen door daar een aantal acteurs te plaatsen. Nu met de coronacrisis hebben we het ook gezien: Als regisseur sta je aan de zijlijn te kijken en te wachten tot de medici het oplossen. Je kunt alleen maar hopen dat die medici er zijn en dat de verpleegkundigen het op het einde van de rit nog steeds zien zitten om verder te blijven gaan. Wij zijn geen essentieel beroep dat op zo’n momenten de maatschappij gaat redden. Maar wil dit daarom zeggen dat we onbelangrijk zijn? Absoluut niet!
In 2017 heb ik meegewerkt aan Vergeet me niet, een voorstelling die nog steeds veel succes kent omdat ze voor veel mensen zo herkenbaar is. Vergeet me niet gaat over dementie. Na iedere voorstelling kwamen mantelzorgers ons bedanken. Ze vertelden ons hoe confronterend de voorstelling was, hoe het voelde om hun eigen leven te herkennen op het podium, vanuit een andere invalshoek. Tegelijkertijd vonden ze een enorme troost in het stuk.
Mensen gaan op zoek naar cultuur om even los te komen van de dagelijkse sleur. Ze houden van kunst die herkenbaar is, omdat dit inzichten creëert die kunnen helpen bij het verwerken van bepaalde zaken. Het publiek creëert een samenhorigheidsgevoel, gewoon door samen naar een voorstelling te kijken. Ik geloof oprecht dat cultuur het verschil kan maken tussen een gelukkige of een ongelukkige maatschappij. Cultuur kan een wonde openrijten om ze nadien te zalven. Het kan mensen pijn doen door iets te tonen, maar evengoed troost bieden. Daarom vind ik acteur geen essentieel, maar wel een heel belangrijk beroep.
Van idee tot attributen en alles daartussenin
Maar nu is er dus zes maanden lang het signaal gegeven dat theaterzalen gevaarlijk zijn. Hoe krijg je het publiek dan terug in die zaal? Zonder een of andere ondersteuning gaat dat niet lukken. Je moet kwaliteit bieden en hier reclame voor maken via een goed communicatienetwerk. Hiervoor heb je experts nodig. Maar experts vragen geld. En dat is een ander knelpunt waar veel over wordt gediscussieerd. Sommige mensen hebben het idee dat acteur geen volwaardig beroep is. “Ga eens iets serieus doen in plaats van met uw bloot gat op het podium te gaan staan en daar nog betaald voor te worden ook!”, zie je wel eens passeren op sociale media. Oké, sommige gezelschappen krijgen subsidies, en ja, er zijn acteurs die met hun bloot gat op het podium gaan staan. Maar theater is zoveel meer dan dat!
De meeste productiehuizen willen goede producties maken en entertainment bieden aan een zo groot mogelijk publiek. Je kunt natuurlijk met amateurs en liefhebbers werken, maar dit heeft ook zijn nadelen. Amateurs hebben naast hun functie in de cultuursector nog een ander beroep en hebben dus minder tijd. Hierdoor kunnen ze moeilijk dezelfde kwaliteit bieden als professionals. Er werken enorm veel mensen achter de schermen mee aan een productie. Van idee tot attributen en alles daartussenin. Theater maken kost geld, net zoals televisie maken ook geld kost.
Ik richt mij nu tot de wereld: Ik hoop dat de liefde die ik heb voor onze sector, voor de cultuur, u mag verwarmen in deze barre tijden, waarin u ongetwijfeld ook heel veel hindernissen te nemen heeft. Ik hoop dat u zelfs in deze barre tijden ook op zoek kunt gaan naar ontspanning, en dat u deze ontspanning ook kunt vinden. Misschien kan Klub Kultuur u hier wel bij helpen. Misschien kunnen zij u kleine duwtjes in de juiste richting geven… Laat ons hopen dat we hier heel snel voorbij zijn en dat we elkaar gewoon terug in de armen kunnen sluiten, in de theaters.