Maureen Wattenbergh: Design en Ambassadeur Beeldende Kunsten

Eén van de eerste dingen die Maureen Wattenberg doet wanneer ze zich aan me voorstelt, is zich verontschuldigen voor haar gekke achternaam. Ik schiet in de lach, waardoor het ijs meteen gebroken is.

Maureen behaalde twee jaar geleden een master grafisch ontwerp en illustratie. Dit komt bij Klub Kultuur erg van pas. Maureen ontwierp de banner en hielp bij het maken van het logo. Ook de posters van Klub Kultuur die binnenkort zullen verschijnen, zijn van haar hand.

Ze blijft echter bescheiden: “Het is een samenwerking tussen verschillende mensen. Met de website heb ik bijvoorbeeld niets te maken.” Maureen is ambivert: Ze kan veel energie opdoen door alleen te zitten tekenen, maar na een tijd heeft ze het wel gehad. “Zet mij geen twee dagen alleen op mijn atelier, want dat kan ik niet aan!” Daarom is ze ook zo blij dat ze naast het tekenen ook mag lesgeven op de academie van Brussel. Dat zorgt voor een fijne afwisseling, een mooi evenwicht.

Illustreren is wel iets dat ik van kleins af aan heb gewild, maar ik had heel lang niet door dat dit ook effectief een optie was, iets wat ik effectief kon doen.

Maureens illustraties in het boekje Renske is verliefd van Raymond De Bruyne

Was het altijd je droom om illustratrice te worden?

Er zitten geen professionele kunstenaars in onze familie, maar je merkt wel dat er bij iedereen een soort knobbeltje is voor kunst en cultuur. Mijn grootouders kunnen allemaal heel goed tekenen. Ook mijn tante heeft vele creatieve hobby’s gehad, zoals bijvoorbeeld bloemschikken, al is ze hier wegens allergieën wel mee moeten stoppen…

Als kind ging ik vaak bij mijn oma slapen. Zij zat zelf op de kunstacademie. Ze werkte er met veel verschillende technieken en materialen. Zo maakte ze bijvoorbeeld linosnedes en etsen, en werkte ze met aquarelverf. Wanneer ik bij haar was, mocht ik altijd mee kliederen. Het stelde toen nog niet zo heel veel voor, maar mijn ouders begrepen al snel dat ik de hele tafel zou ondertekenen als ze me niet tegenhielden. Ze hebben me dan maar naar de kunstacademie gestuurd. Ik heb daar van mijn zes tot mijn achttien jaar gezeten. Vanaf mijn zestien drong het tot me door dat ik eigenlijk meer wilde. Uiteindelijk ben ik grafisch ontwerp gaan studeren, met als optie illustratie. Illustreren is iets wat ik van kleins af aan heb willen doen, maar ik had heel lang niet door dat dit ook effectief een optie was, iets wat ik effectief kon doen.

Waar haal jij je inspiratie?

De laatste tijd haal ik veel inspiratie uit mijn klas. Ik daag mezelf uit door opdrachten met verschillende materialen uit te testen. Hierdoor durf ik ook gemakkelijker nieuwe stappen zetten in mijn eigen werk. Ik heb het gevoel dat ik meer bijleer door les te geven, dan dat ik heb geleerd door les te volgen. Dat is misschien logisch, je hebt uiteraard een head start nodig. Zonder opleiding was dit me nooit gelukt. Maar die uitdaging helpt enorm. Daarnaast kijk ik ook graag naar documentaires van bijvoorbeeld The Planet Earth. Het is fijn om ondertussen te tekenen, zodat ik de verschillende vormen van dieren heel snel leer weergeven.

Zijn er andere illustratoren die je bewondert?

Ik merk dat ik steeds meer mijn eigen stijl probeer te ontwikkelen, los van andere kunstenaars. Ik gebruik hen wel als inspiratiebron, als richting om naartoe te groeien, maar ik focus me steeds meer op mijn eigen techniek.

Er zijn natuurlijk wel een paar mensen die ik altijd zal blijven bewonderen. Ik denk dan bijvoorbeeld aan Carll Cneut en Kaatje Vermeiren. Carll Cneut maakt altijd heel realistische werken met een supermooi kleurenpalet en heel veel details. Ik bewonder enorm hoe hij ervoor gaat. Kaatje Vermeiren werkt veel met etsen. Ik zou dat zelf ook graag nog eens leren in avondschool.

Wat ik ook bewonder, is als kunstenaars inspelen op de actualiteit. Niet-Nu-Laura kan dit heel goed. Ze krijgt zonder al te veel moeite heel België met zich mee. Ik bewonder haar niet zozeer omwille van haar stijl (hoewel die wel erg leuk is), maar voornamelijk omwille van de manier waarop zij het illustreren aanpakt, op een heel ludieke en toegankelijke manier.

Illustreer je liefst digitaal of manueel?

Manueel. Er worden veel toffe dingen online gemaakt, maar ik heb het gevoel dat ik niet genoeg van mijzelf in mijn werk kan steken wanneer ik met de computer werk. Ik heb heel lang moeten zoeken naar mijn eigen stijl, ik heb daar echt mee geworsteld tijdens mijn opleiding. Uiteindelijk ben ik gewoon terug met potlood beginnen tekenen, omdat al die andere verschillende technieken gewoon eventjes niet werkten. Vanuit dat potlood ben ik opnieuw andere dingen beginnen toevoegen. Zo werk ik bijvoorbeeld ook met monotypes, een soort druktechniek, die ik dan samen met potloodlijnen in een digitale collage op Photoshop giet. Alles wat ik maak is manueel gemaakt, het is gewoon samengevoegd via Photoshop. Ik heb de feeling met mijn materiaal nodig om mijn beelden te creëren.

Hoe zou je je eigen stijl omschrijven?

Ik maak voornamelijk kinderboeken, dus mijn stijl is heel verhalend. Verhalend met een vleugje naïviteit. Mijn tekeningen lijken onschuldig, maar zijn dit niet altijd. Ik probeer altijd een extra dimensie toe te voegen aan mijn werk, een knipoog naar volwassenen. Dit gebeurt vaak gaandeweg. Ik heb een tekening in mijn hoofd die ik wil maken, pas achteraf voeg ik daar een extra elementje aan toe. Een element dat de tekening grappiger maakt, dat nog iets extra wil vertellen.

Projecten zijn altijd een zoektocht, maar boekprojecten vormen nog een extra uitdaging. Het voelt alsof ik mezelf iedere keer weer moet heruitvinden. Dat vind ik fijn.

Mijn favoriete projecten zijn zonder twijfel de grotere projecten, zoals bijvoorbeeld boekprojecten. Ik vind het vooral fijn als ik illustratief volledig mijn ding mag doen. Wanneer ik bij een poster ook met de typografie mag spelen, ben ik echt gelukkig. Dan kan ik er ook veel meer insteken. Projecten zijn altijd een zoektocht, maar boekprojecten vormen nog een extra uitdaging. Het voelt alsof ik mezelf iedere keer weer moet heruitvinden. Dat vind ik fijn. Zo heb ik bijvoorbeeld een boek gemaakt voor Bring a Smile, een organisatie die kinderen in het ziekenhuis een hart onder de riem wil steken. Ik heb weinig voor dat boekje gekregen, omdat het als goed doel was bedoeld. Ik mocht van de schrijver volledig mijn ding met de illustraties doen. Dat vond ik fantastisch!

Welke invloed heeft Corona op je werk?

Nu draait alles vrij goed, maar in het begin heb ik de impact van het virus wel mogen voelen. Mijn projecten stonden allemaal op on hold, er kwamen geen nieuwe opdrachten bij. Ook mijn workshops konden niet langer doorgaan. Ik was toen nog student, en mijn studentenjob werd eveneens stopgezet. Ik heb een aantal maanden lang helemaal niets verdiend … maar nu gaat het gelukkig weer beter. Eigenlijk mag ik mijn pollekes kussen. Ze gaan altijd grafische ontwerpers nodig hebben. Als beeldend kunstenaar heb je het geluk dat je altijd naar je atelier kunt blijven gaan. Je kunt misschien even geen tentoonstellingen houden, maar je kunt wel altijd blijven produceren. Hoewel dat zonder subsidies natuurlijk ook niet gemakkelijk is. Maar dat is een ander verhaal. Ik zit op een academie waar ook veel muzikanten en theatermakers aan het werk zijn. Bij hen staat alles stil. Dat is wel even slikken.

Meer weten?

http://maureenwattenberghillustratie.be/

Leave a Reply